– Voor T. Jeanne –
toen de zomer plots
in de lente begon
zaten we daar
samen
ik praatte een beetje
jij zweeg
jij stelde een vraag
en ik praatte nog een beetje
buiten scheen de zon
maar jouw handen waren koud
dat ik ze aanraakte
je levenslijnen van eindigheid
het verhaal op je huid bijna onleesbaar
dat ik water over je lippen goot
dat je geen dorst meer naar het leven had
maar het water smaakte je wel
dat ik nog jong was in jouw ogen
ook al hield je ze gesloten
om te oefenen voor later misschien
en dat ik niet mocht klagen
want de zon scheen buiten
je zweeg van de pijn en de zeer
van het gemis
en dat ieder mens alleen moet sterven
je stelde nog een vraag
en ik praatte nog een beetje
het was toen de zomer plots
in de lente begon
dat we daar zaten
voor het eerst
de laatste keer
samen